In 2014 en 2015 zijn projecten uitgevoerd om te achterhalen of huisafval in de provincie Vlaams-Brabant op grote schaal over water kan worden vervoerd en wat de kosten daarvan zijn. De kosten bleken hoger dan de inzet van wegvervoer, maar de betrokken partijen onderzoeken nu of toch een “volwaardig en gecontinueerd project” haalbaar is.
Dat blijkt uit de antwoorden van de Vlaamse minister Ben Weyts (onder meer verantwoordelijk voor mobiliteit en Openbare Werken) op vragen die parlementslid Bert Maertens (N-VA) had gesteld. Die had verwezen naar het Masterplan voor de binnenvaart op de Vlaamse waterwegen – Horizon 2020, waarmee de Vlaamse vaarwegbeheerders vervoer voer water willen bevorderen. Onder andere het transport van afval.
Te duur
Waterwegen en Zeekanaal, Indaver, de Vlaams-Brabantse afvalintercommunales en de betrokken gemeentebesturen willen verdergaan met het onderzoek. In speciale 30-voetscontainers met open top is met een pendel afval vervoerd van Mol naar de verwerkingsinstallatie in Geel. Dat ging om 12 containers per keer.
Op het traject Grimbergen-Kallo werd in totaal circa 13.000 ton huishoudelijk afval vervoerd. De kostprijs bedroeg 19,74 euro per ton. Dat is te duur, zo blijkt.
Weyts: “Deze kostprijs is momenteel niet concurrentieel met afvaltransport op de weg als enkel de operationele kosten in rekening worden gebracht. Indien rekening wordt gehouden met de maatschappelijke kosten, wordt het verschil kleiner.”
Hij rekent de operationele meerkosten om naar vuilniszak van 15 kilo: 8,59 eurocent. Altijd nog 5,72 euro per ton.
Kilometerheffing
Maar dat kan nog lager worden. “Mits er bij alle betrokken partijen bereidheid bestaat om de meerkost te reduceren, kan dit ook lukken. Verwacht wordt dat door verdere optimalisaties (o.a. meer tonnen per container laden) de thans nog bestaande meerkost nog verder kan dalen.”
Ook de invoering van een kilometerheffing voor vrachtwagens, die op 1 april ingaat in België, helpt. Die verlaagt “de kostenkloof tussen watertransport en wegtransport voor het pilootproject met ca. 6,7%”. Aldus de minister. Weyts meldt ook: “In een volgende fase kan/zal ook worden nagegaan welke de mogelijkheden in andere provincies zijn.”
