Winter 1890-1891 (deel 2)
5
Dat als ’t weer niet op wil klaren
Velen bij elkander varen
Honderd somtijds in getal
Die van elders t’zamen stroomen
En een beste ree bekomen
Aan een flinke vaste wal.
6
En het is wel meer bewezen
Dat het water hoog gerezen
Tot veel schade leiden kan
’t Is wel meer, als ’t niet wil slagen
Die een week voor ’t onweer lagen
En niet kwamen tot haar plan.
7
Telkens heeft men tegenheden
Soms met onverwachte schreden
Komen zij ons in gemoed
Is de voorspoed dan gekomen
En de zeereis ondernomen
Gaat het weer met dubb’le spoed.
8
Ziet dan zijn er geen bezwaren
Om er tusschen door te varen
‘k Zeg maar als het dienen wil
Aan de wind ligt veel gelegen
Maar houdt soms een storm hem tegen
Dan staan zijn verdiensten stil.
(Copyright Albertus Geel)
(foto Michel van Kooten.)
Maandag 15 februari publiceren we episode 3.