Binnenvaartondernemers hadden in 2015 te maken met een aanmerkelijk lagere kostprijs dan het jaar daarvoor. Dat was vooral het gevolg van de lagere brandstofprijzen. Het was het derde opeenvolgende jaar waarin Panteia een kostendaling rapporteert. Het is ook wel het laatste, stelt het onderzoeksbureau.
Voor 2016 verwacht Panteia dat het kostenniveau vrijwel gelijk blijft. Het bureau actualiseert de kostenrapportages voor de binnenvaart jaarlijks in opdracht van het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart.
Brandstofkosten
Bij een gelijkblijvende inzetbaarheid van de schepen, varieert de kostendaling in 2015 tussen de 3,0% en 10,3% ten opzichte van 2014, aldus Panteia. De kostendaling is vooral het gevolg van de dalende brandstofprijzen. “De grootste daling in de kosten is te zien bij kapitaalintensieve schepen (nieuwbouwtankers, grote droge lading schepen) en de schepen die relatief veel vaaruren maken (continuvaart), waarbij het aandeel brandstofkosten in de totale exploitatiekosten groot is (bijvoorbeeld in de tankvaart en de duwvaart).”
Daar waar rentelasten (-8,9%) en de brandstofprijzen (-19,2%) daalden, stegen andere kostencomponenten weliswaar, maar beperkt. “De toenemende bedrijvigheid in de binnenvaart zorgde er voor dat de reparatie- en onderhoudskosten met 1,5% stegen. Ook werd de factor arbeid duurder in 2015: deze kostencomponent steeg met 0,8%.”
De waarde van de schepen bleef gelijk, en bij een gelijkblijvende verzekeringspremie resulteerde dit in een stabilisatie van de verzekeringskosten.
2016
Voor 2016 verwacht Panteia geen verdere daling van de exploitatiekosten: de kostenindex varieert, afhankelijk van het type schip, tussen de -1,0% en +1,0%, afhankelijk van het type reis en type schip.
“Schepen met veel vaaruren zullen profiteren van de lagere brandstofkosten, maar daarentegen staan stijgende kosten als gevolg van hogere arbeids- en onderhoudskosten.” Wel blijven de kapitaalkosten dalen als gevolg van de lagere rentes (-7,9%).
Als de brandstofkosten buiten beschouwing worden gelaten, valt de kostenontwikkeling tussen -0,5% en +1,5% uit. Het Centraal Planbureau rekent met een daling van 1,9% ten opzichte van 2015. Panteia stelt echter: “De component ‘brandstofkosten’ is behoorlijk onvoorspelbaar en is sterk afhankelijk van de omstandigheden die de wereldwijde oliemarkt bepalen. Zo ligt de actuele brandstofprijs momenteel 30% onder het gemiddelde niveau in 2015.”
Zand en grind
Op verzoek van het CBRB maakt Panteia voor de zand- en grindmarkt altijd extra berekeningen. De tot nu toe betudeerde representatieve reizen zijn in de nieuwe editie van het rapport Kostenstructuur zand- en grindvaart 2015 en raming 2016 herzien. “Hiermee zijn de representatieve reizen aangepast aan de actuele marktomstandigheden.” Ook is de analyse van nieuwbouwschepen aangepast en uitgebreid: meerdere scheepstypen van verschillende groottes.
Voor 2015 en 2016 geldt dat nieuwbouwschepen nog altijd een hogere kostprijs laten zien dan de bestaande schepen. In 2015 lag de kostprijs voor een nieuwbouwschip van 80 à 86 meter 6,3% hoger dan voor bestaande schepen (bij een continue exploitatie van het nieuwbouwschip). Bij schepen van rond de 70 meter ligt de kostprijs circa 7,7% hoger. Bij kempenaars ligt de kostprijs van nieuwbouwschepen maar liefst 39,3% hoger dan bestaande schepen.
Nieuwbouw
“De perspectieven voor nieuwbouwschepen zijn de afgelopen jaren verbeterd als gevolg van lagere rentelasten”, stelt Panteia. “Deze liggen momenteel op een zeer laag niveau en dit drukt de kapitaallasten, een van de grootste kostenposten van nieuwbouwschepen.”
Daartegenover verslechtert de business-case voor nieuwbouwschepen in deze segmenten door de lage brandstofprijzen: “Hierdoor kan slechts in beperkte mate geprofiteerd worden van voordelen ten aanzien van modernere motortechnieken, efficiëntere schroefaandrijving en een betere hydrodynamische vormgeving van het schip.”