Het akkoord over de Europese begroting voor de komende zeven jaar biedt ruimte voor vaarwegprojecten. Voor het Connecting Europe Fund (CEF) is van 2014 tot en met 2020 30 miljard euro beschikbaar. 23,1 miljard is voor transportinfrastructuur bestemd. INE ziet goede kansen voor investeringen in voor de binnenvaart belangrijke corridors.
“We hebben er meer dan een jaar aan gewerkt”, zegt Karin de Schepper, directeur van de Europese binnenvaartlobby INE. “We hebben hoog ingezet en dat heeft goed uitgepakt.”
Bijdrage omhoog
Het meeste geld zal gaan naar grensoverschrijdende projecten en het opheffen van missing links en bottlenecks in het Europese vaarwegennetwerk. De bijdrage die de Europese Commissie via het CEF levert aan infrastructuurprojecten gaat omhoog. Dat maakt het voor lidstaten aantrekkelijker om te investeren. De cofinanciering loopt op tot maximaal 40 procent bij bottlenecks en grensoverschrijdende infrastructuurprojecten. Indien de uitbouw van een vaarweg of aanleg van een sluis wordt gecombineerd met een telecom- of energieproject, kan Europa zelfs 50 procent meebetalen. Bijvoorbeeld bij energieopwekking met turbines op sluizen.
Voor het Seine-Schelde-project is de begroting goed nieuws. Een hogere cofinanciering is onmisbaar om de stilgevallen activiteiten weer in beweging te krijgen.
Voor andere vaarwegprojecten is maximaal 20 procent cofinanciering beschikbaar. Voor ‘horizontale projecten’ zoals River Information Services en studies is sowieso tot 50 procent subsidie mogelijk.
Cohesiefonds
10 miljard euro is gereserveerd voor het Cohesiefonds en gaat daarom naar landen die een economische achterstand hebben. De Donau zou daarvan kunnen profiteren.
De Europese Raad en het Europees Parlement moeten nog wel akkoord gaan met het voorstel. Maar dat is vooral een formele kwestie en De Schepper verwacht daar geen noemenswaardige problemen mee. Die goedkeuring gis waarschijnlijk eind dit jaar.
Multimodale corridors
In de binnenvaart was eerder al positief gereageerd op het nieuwe TEN-T-akkoord. De Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement werden het eind mei eens over het nieuwe transportnetwerk.
Het nieuwe Trans-Europese Netwerk voor Transport gaat op 21014 in. INE zette er – met succes – op in dat alle Europese vaarwegen van klasse IV en hoger in het strategische netwerk zouden worden opgenomen – en zodoende voor meer Europese subsidie in aanmerking komen.
Alle grote vaarwegen zijn opgenomen in de negen erkende multimodale corridors (waaronder Rijn, Donau, Amsterdam-Marseille, Amsterdam-Berlijn). Dat is belangrijk want 85 procent van het Europees budget voor infrastructuur gaat naar dergelijke corridors. Dat vergroot de kans dat nationale regeringen meer projecten indienen om voor cofinanciering in aanmerking te komen.
Duitsland
“Het wordt nu wel belangrijk dat de lidstaten ook daadwerkelijk projecten indienen”, weet De Schepper. “Eind 2014 komt de eerste oproep. We verwachten dat Frankrijk het Seine-Schelde-project zal aanmelden en ook van België en Nederland kunnen we wel inschrijvingen verwachten. Die hebben een heel lijstje.”
Over Duitsland maakt de INE-directeur zich wel zorgen: “We weten niet hoe het daar zal lopen. Ze zijn nog druk met de hervorming van de WSV en onduidelijk is nog hoe de nieuwe priorisering van vaarwegen uitvalt.”
Seine-Schelde-verbinding
Voor het Seine-Schelde-project is de begroting goed nieuws. Een hogere cofinanciering is onmisbaar om de activiteiten voor deze verbinding weer uit het slop te krijgen. Als de commissie die momenteel onderzoek doet naar de financiële haalbaarheid van het nieuwe kanaal positief oordeelt, zal Frankrijk zeker een beroep doen op de Europese Commissie. Zonder het hoge totaalbedrag van CEF en de gunstige subsidievoorwaarden waren de kansen van het project redelijk uitzichtloos.